Het werkhuis bevindt zich in een context van gebouwen langs het kanaal die door hun bijzondere typologie en materialisatie allemaal een heel eigen, uitgesproken karakter hebben. Anders dan bij de klassieke industrie-’dozen’ is de functionele mix van het werkhuis bijzonder: het omvat een garage, ateliers, kantoren en een conciërgewoning. Als uitgangspunt voor het omgaan met de contextuele en financiële condities is het programma van eisen nauwkeurig geanalyseerd en vertaald tot de gekozen ontwerpstrategie. Door de integratie van de opslagzone in het volume krijgt het werkhuis letterlijk meer substantie. Het gevraagde hek om het terrein “krimpt”, als bescherming, tegen de goedkope PVE huid van het gebouw aan. In plaats van te kiezen voor een standaard hoogte van het hele gebouw, is gekozen voor een gedifferentieerde doorsnede die gerelateerd is aan de verschillende functies. De kop van het gebouw gaf aanleiding voor een meer sculpturale behandeling. Het resultaat van deze interventies is een gebouw met een sterke identiteit, dat zorgt dat het terrein onderdeel van het landschap blijft. |
|
|