Het uitgangspunt voor dit woongebouw is een eenvoudig en efficiënt basisblok. Zichtlijnen vanaf de toegangsweg en de bruggen in de omgeving doorsnijden het blok en ontplooien de binnenruimte op een gedifferentieerde manier naar het alzijdige water (toegangspoort, haven, loggia, strand). Het gebouw biedt daardoor verrassende perspectieven vanuit de buurt naar de Waterplas. Door het volume in zijn stedenbouwkundige context te plaatsen ontstaat een helder volume met een krachtige identiteit.
De oplopende daklijnen, die beide hoeken van de sculptuur accentueren vormen een beeldbepalend front. De hoofdontsluiting van de woningen valt samen met de hoogteaccenten van het gebouw. Vanuit deze kernen met de stijgpunten worden alle woningen ontsloten die niet grondgebonden zijn. De meerderheid van de woningen bestaat uit appartmenten die meteen ontsloten zijn door de kernen in deze hoogteaccenten. Vanuit de kernen vertrekken op wisselende niveaus korte galerijen aan de zijde van de binnentuin. Deze geven toegang tot twee verschillende woningtypes: de galerijwoning en de trapwoning. |
|
|